Kasane in Botswana

Dinsdag 25 september

Om 9 uur vertrokken we in colonne naar de grens van Botswana. Het was een rit van een kleine 70 kilometers. Onderweg zagen we geen wild of vogels. Wat opvalt is dat de kraaldorpjes op het platteland veel netter zijn dan wanneer ze in de buurt van een “stadje” zijn. In het laatste geval zie je overal zwerfvuil, vooral plastic. Dat kan niet goed zijn voor de koeien en geiten die daartussen grazen. Ze zullen ongetwijfeld daar wat van binnen krijgen.
Bij de grens moesten we wat formulieren invullen en kregen we een vertrek stempel. Het verliep vlot; gelukkig was het er niet druk. Daarna was er nog een grenspost van Namibie en na een stuk niemandsland en een bak ontsmettingsspul voor de autobanden waren we in Botswana. Daar kregen we een stempel en moest er voor de auto een verzekering afgesloten worden, ondanks dat hij al verzekerd is. Gelukkig kostte het maar omgerekend 12 euro. De controlepost voor zuivel, eieren en vlees was er vandaag niet dus konden we nog eens 60 kilometer door de Chobe National Park rijden naar Kasane. In het Chobe National Park moeten tienduizenden olifanten zitten maar onderweg zagen we er niet een. Wild was er sowieso niet te zien. Het enige wat we zagen, en daar waren we heel blij mee, was een viertal zuidelijke grondneushoornvogels. Dat zijn grote zwarte vogels met een rode snavel. Ze zijn ongeveer het formaat van een kalkoen. Op dezelfde plek zagen we een hele mooie blauwe vogel. Ondank dat je niet mag stoppen in het park zijn we wel even gestopt om wat foto’s te maken.
In Kasane viel het ons op dat hier veel meer bomen in de stad staan dan de stadjes in Namibie. Daardoor lijkt het veel vriendelijker. Nadat we Botswaanse pula’s uit de muur hadden getrokken en brood en water hadden gehaald, reden we naar de camping. Dit was de slechtste camping tot dusver. We stonden bij elkaar opgepropt en omringd door golfplaten schuttingen. Tegen de schutting lag oud brood en verrot fruit en het krioelde van de kleine mieren. Door de schuttingen was er geen zuchtje wind en dat is lekker als het ruim 35 graden is. Gelukkig hadden we om 15 uur een boot cruise op de Chobe rivier.
Met een safari voertuig werden we van de camping naar de boot steiger gebracht. Toen was er wat gedoe want we zouden een kleine boot hebben voor 12 personen en we we werden een grote boot op gestuurd waar wel 100 op passen. Er wamen ook andere mensen bij. Carel greep in wat tot resultaat had dat de andere mensen werden weggestuurd maar het was niet mogelijk om een kleinere boot te krijgen. Het ergste was dat we drinken op de boot zouden krijgen ( dus niemand had drinken bij zich) maar dat was er niet. Iedereen baalde want de boottocht zou 3 1/2 uur duren en ook op het water was het warm. Onze gids kon er ook niets aan doen dat het zo geregeld was.
Zo vertrokken we op een hele grote boot en al gauw zagen we een leguaan, allerlei (water) vogels, een groep olifanten die het rivier over zwommen, nijlpaarden op het land en in het water, waterbokken, buffels, kudu’s, krokodillen... het was indrukwekkend. Ook liep er een grote groep bavianen die in de olifantenpoep zaten te graaien. Een aap liep met een olifantendrol onder zijn arm naar een geheime plek om daar de onverteerde zaadjes er uit te peuteren.
Na heel veel foto’s te hebben gemaakt en met ondertussen ontzettende dorst werden we terug naar de camping gebracht. Daar heeft iedereen eerst flink wat vocht aangevuld voordat we gingen eten.